Techniek I: het ruitensproeiervloeistoftankje

Dat is heel leuk. Daar is iets mee. Alsvolgt:

Als je aleerst wil gaan sproeien, gebeurt er iets leuks. Dan gebeurt er namelijk niks. Je hoort geen motortje gaan. Ga je zoeken, is er geen motortje. Hoe sproeit dat ding dan? Dan maar eens naar het tankje kijken. Daar hangt een slangetje met een ventieltje uit. Maar geen motortje. Dus, wacht .. snel een fietspomp pakken! 10 keer pompen en nog een keer proberen. En, hoera! Er staat druk op! Maar dan komt de volgende zwakke plek tevoorschijn: het slangetje in de stuurkolom. Dat is namelijk hetzelfde slangetje met vloeistof! Wat je dus doet als je wilt gaan sproeien en de hendel naar je toe haalt, is de blokkering uit het slangetje weg en stroomt de druk. Behalve als het slangetje lek is. Dan stroomt alles onder je stuurkolom vandaan 🙂

Dus! Druk bouw je op door het tankje op te pompen met een fietspomp. Maar, als je nu geen zin hebt om altijd een pompje mee te hebben, is de volgende truuk beschikbaar uit de Kever: gebruik de druk van je reservewiel! Als er nu eens een slangetje getrokken wordt vanaf het reservewiel, blijft het tankje onder druk zonder dat je telkens moet pompen. Makkelijk toch?